Woensdag 9 december 2009
Band on fire
Hier dan eindelijk het verslag van onze bandtrip ‘down under’.
De trip ‘down under’ is fabelachtig verlopen. De optredens in Sydney (2x), Albany, Bunbury, Darlington, Rockingham, Pinjarra, Perth, Fremantle en Bridgetown (4x) zijn erg succesvol. Overal waar we komen worden we met groot enthousiasme begroet en we signeren ons lam aan de cd’s die gretig verkocht worden. Bij Darlington is de fameuse Australische gitarist Dave Hole aandachtig toeschouwer en hebben we na afloop uitgebreid met hem kunnen spreken. Het slotakkoord is er een om in te lijsten: staande ovaties op het Bridgetown Blues Festival, dat tijdens het weekeinde van 13-15 november 16.000 bezoeker trekt..
Maar laat ik bij het begin beginnen.
De voorbereiding
Cathy en ik zijn al in een vroeg stadium (23 september) afgereist naar Perth (1,2 miljoen inwoners), de hoofdstad van de staat Western Australia , gelegen aan de Indische Oceaan.Een stad waar wij sinds onze sabbatical in 2003, toen wij door hele Australie hebben getoerd, elk jaar steevast komen.We zijn er om te genieten van het prachtige voorjaarsweer maar ook om zaken voor de de tour te organiseren. Het regelen van de werkvisa is een nachtmerrie en kost heel veel tijd, maar vooral ergernis over de zinloze bureaucratie, die ons ook nog eens $ 4.000, . kost. En dan hebben we nog geen noot gespeeld!
Voor Paul en Erwin reserveren we accomodatie alsmede voor de familie van Frans (Frans, Coby,Vincent).Cor heeft het helemaal voor elkaar. Via zijn broer kent hij mensen die in Nederland wonen en een huis hebben in Perth. Hij kan dat huis voor een redelijke prijs huren en besluit direct met een uitgebreide familie delegatie op vakantie te gaan (Cor, Coby, Mark, Sandra, Alan).
Bus en backline
Behalve accommodatie moet er ook een bus en een backline worden geregeld.
Bij Avis reserveren we een mooie 12 seater bus met automaat en laten de laatste 2 rijen stoelen eruit slopen zodat er voldoende plek is voor de ‘gear’. We gaan vervolgens langs bij de ‘Lounge Backline’ waarmee we vanuit Nederland al contact hebben gehad over de apparatuur die we willen hebben voor de tour. De eigenaar Mario is een typische Aussie guy, heel relaxt. Schriftelijk was vastgelegd dat ik van te voren een aanbetaling zou doen. Toen ik daarover begon, schudde hij zijn hoofd. “I’ve seen you now mate, no worries. You can pay me later”. Het is een fantastisch bedrijf met een groot assortiment aan backline apparatuur.Alles in handzame flightcases.
Voor Frans huren we een Fender bassman zoals hij thuis ook gewend is, voor Paul idem dito maar dan een Fender Hotrod Deville, zelf heb ik gekozen voor een Ampeg basset, Cor een Pearl drumset en Erwin krijgt twee keyboards tot zijn beschikking, een Roland voor zijn piano en een North electro voor de orgel sound. We zijn erg blij met de North electro want dat is na de Hammond de ´next best´ oplossing. We hebben nog wel even overwogen om een originele Hammond te huren maar hebben dat idee moeten laten varen vanwege de kosten. We zouden dan een grote truck nodig hebben om dat allemaal te kunnen vervoeren. Verder kwamen er ook veel kosten bij in verband met borg en verzekering.De kleine compacte North electro is een alternatief waar Erwin en de band uitstekend mee kan leven.
Frans en Cor arriveren
Zondag 18 oktober komen Cor en Frans met familie aan in Perth.Een bijzondere gebeurtenis, want met uitzondering van ‘backpacker kids’ Vincent en Sandra, is dit hun eerste bezoek aan Australie. Het is prachtig voorjaarsweer en met 30 graden voel je gelijk dat je het koude kikkerlandje achter je hebt gelaten.Cor huurt een auto en vertrekt met zijn familie naar ‘hun’ huis in Gosnells , 20 kilometer rijden van ons apartement in East Perth. Zoon Mark ontpopt zich gelijk als een natuurlijke navigator en wordt vanaf dat moment door de band konsekwent aangeduid als: Mark Mark.
Met Frans, Coby en Vincent maken we na het inchecken van hun appartement een wandeling langs Swan River. Frans spot met zijn eeuwige vriend de verrekijker direct al menig vogeltje. Bij onze stamkroeg genieten we van een goed glas wijn en hoppig bier. Ze voelen zich gelijk thuis en we proosten op het samenzijn in deze prachtige stad. Op dat moment verschuilt de jet lag zich nog stiekem en we halen lekker door.
De volgende dag bezoeken we Cor met zijn familie die over een uitstekende accommodatie beschikken en het erg naar hun zin hebben. De eerste dagen brengen we veelal samen door en we genieten van het goede buitenleven in deze relaxte stad.
Simon Cox
De tour staat geheel in het teken van het Bridgetown Blues festival in het weekeinde van 13-15 november. Een fameus festival, dat ook vermeld wordt in ´Lonely Planet´.Voorafgaand daaraan zijn via het management van Cole Bishop, een professioneel entertainment bedrijf uit Esperance, diverse optredens in bluesclubs in Western Australia geregeld. Voodat we vertrokken naar Australia kreeg ik een email van de organisatie van het Sydney Blues festival. Zij hadden ons ´gespot´op de website van Bridgetown en onze website bekeken en beluisterd. Zij wilden ons graag boeken voor 2 gigs in Sydney in het weekeinde van 23-25 oktober. Frans, Cor en ik zijn dan al wel in Perth omdat we aan de tour gelijk een vakantie hebben vastgeknoopt. Maar Erwin en Paul arriveren pas in Australie op 2 november. Toch willen we wel graag in Sydney spelen, ook al moeten we daarvoor 4.500 kilometers extra vliegen. Bovendien kunnen we daar gelijk een paar dagen aan de oostkust aan vastplakken. Ik bel onze ´blues & roots lawyer´ David Silk, die bij het tot stand brengen van de tour een cruciale rol heeft gespeeld, en vraag hem of hij een goede keyboardspeler weet die mee zou willen naar Sydney.Hij brengt ons in contact met Bob Patient, een in W.A. bekende muzikant die jarenlang met Dave Hole over de hele wereld heeft getourd. Hij beschikt thuis over een eigen opnamestudio en daar kunnen we ook met hem repeteren voorat we afreizen naar Sydney. Ik heb voor Bob de nummers van de setlist voor Sydney op een cd gebrand en hem toegstuurd. Maar direct na aankomst in Perth krijg ik een telefoontje dat Bob wegens een ´deep personal crisis´ niet mee kan naar Sydney. Gelukkig heeft hij wel een goede vervanger: Simon Cox, een wildebras uit Fremantle. Met Simon doen we een repetitie in de studio van Bob in ruil voor 2 flessen Jim Beam black label. Het klikt muzikaal en persoonlijk gelijk met Simon. Een fantastische muzikant, heel professioneel, die goed geluisterd heeft naar onze opnames en de nummers perfect heeft ingestudeerd. We weten na een nummer al dat het goed zit. No worries!
Sydney
Op vrijdag 23 oktober vliegen we met Simon Cox naar Sydney. Alles aan familie gaat mee naar het festival en er worden extra dagen bijgeboekt om de oudste en grootste stad van Australie (de metropool telt 4,2 miljoen inwoners) te verkennen. De optredens vinden plaats in Windsor, 80 km van het centrum van Sydney. Het is de eerste keer dat men dit festival organiseert en ze hebben het gelijk groots aangepakt: 50 acts op talloze podia. Wij zijn als ‘headlining’ band geprogrammeerd op de twee main podia: in de Windsor Function Centre op zaterdagavond en in de openlucht op zondagmiddag op het terrein van de Windsor Bowling Club in the Green. Nadeel is dat de twee grote podia waar wij spelen buiten het centrum liggen. Het weer zit niet mee. Op zondag komt het met bakken uit de hemel. De aantallen bezoekers voor het festival vallen tegen. Daar hebben wij dus ook last van. We spelen voor een kleine crowd. We genieten volop van het samenspel met Simon en de mensen reageren razend enthousiast. Wat erg leuk is dat ze hier wel van verhalen houden. Tussen de nummers door vertel ik uitgebreid over de belevenissen van de band. Op de een of andere manier klinkt het in het Engels ook allemaal veel lekkerder. Een zin als: ` maybe a small crowd, but I can now actually say that John the Revelator played the Windsor Bowling Club in the Green, klinkt als een zin uit een Jethro Tull song. Ze vinden de verhalen geweldig en applaudiseren ervoor. We verkopen direct al aardig wat cd’s en dvd’s.
De musical director van het festival, James Glennendin, een man van zorgwekkende omvang, is razend enthousiast over de band en wil voor volgend jaar een East Coast tour organiseren.We spreken af daar contact over te houden.
Al met al hebben we een hartstikke leuk en relaxt weekend. Van slapen ´s nachts komt niks want Simon heeft een ´mate´ meegenomen die ook een slaapplekkie nodig heeft. Op zich geen probleem, maar ze zijn allebei stomdronken en hun gesnurk doet de kamer op zijn grondvesten schudden.
Brand
Terug in ons appartement in East Perth worden we op zondagnacht door een hels alarm wreed uit onze slaap gerukt. YOU NEED TO EVACUATIE THIS BUILDING IMMEDIATELY. FIRE!We schrikken ons een hoedje en weten er eerst geen raad mee. Versuft kijken Cathy en ik elkaar aan maar begrijpen dan dat er geen tijd te verliezen is. We trekken snel onze kleren aan en rennen via het trappenhuis naar beneden. We zitten op de 4e etage. Maar al wie er naar buiten komen, geen Frans en Coby. Daarop besluit Cathy naar de brandweer toe te lopen en meldt hen dat ‘ our friends’ waarschijnlijk nog steeds op de 4e etage vertoeven, aan de achterzijde van het gebouw waar de brand is uitgebroken. Later horen we dat Frans en Coby ook gebrobeerd hebben via het trappenhuis weg te komen. Maar toen zij daar aankwamen was daar inmiddels zoveel rook ontstaan dat er geen doorkomen aan was. Gelukkig had Coby de sleutel van hun appartement gauw mee gegrist en konden ze hun appartement weer in. Weg uit de rook en het verstikkingsgevaar. Maar het gevaar was nog lang niet geweken. Samen met drie hysterische Japannertjes die op de vijfde etage zaten en overal op deuren op de 4e etage hebben gebonkt en uiteindelijk bij Frans en Coby gehoor krijgen, staan ze op het kleine buitenbalkon en zien hoe de vlammen vanaf de eerste etage angstwekkend omhoogschieten. Coby heeft het helemaal te kwaad en staat doodsangsten uit. Frans blijft vrij rustig en ziet dat de vlammen niet verder omhoog komen en dat de brandweer de zaak onder controle lijkt te krijgen. De brandweer spreekt hen ook toe en zegt dat ze vooral moeten blijven waar ze zijn. Dat het allemaal goed komt en dat de brandweer hen weg komt halen zodra de rook dat toelaat. Ze worden gemaand geen gekke dingen te doen. In het appartement boven Frans en Coby waren een stel al bezig om lakens aan elkaar te knopen om proberen zo weg te komen.
Na verloop van tijd komt de brandweer naar hun appartement maar meldt dat er nog te veel rookontwikkeling is. Na een kwartier komt de brandweer opnieuw om ze op te halen. Ze worden met een natte handdoek voor het gezicht snel door het zwartgeblakerde trappenhuis afgevoerd. Opgelucht zien we dat Frans en Coby naar buiten komen. Coby, zwartgeroet en erg emotioneel, heeft het helemaal te kwaad. Maar het gevaar is gelukkig geweken.
Het mag dan voorjaar zijn in Perth maar ’s nachts koelt het sterk af.We staan lange tijd buiten te blauwbekken. Ik zelf was al wat verkouden en niet helemaal lekker. Ik vrees voor mijn stem. En dat terwijl de tour nog moet beginnen.
Uiteindelijk kunnen alle gedupeerden terecht in het Mantra hotel aan de overkant van de straat.In een grote recreatieruimte wachten we gespannen af wat er verder gaat gebeuren. Ons is koffie beloofd maar in eerste instantie is er maar een thermosfles beschikbaar. Dat schiet niet echt op. Maar we kunnen gelukkig ook weer lachen. Nadat een brandweerman ons gemeld heeft dat we straks etage voor etage precies 2 minuten krijgen om de belangrijkste spullen uit ons appartement te halen eindigt hij met de vraag: “Are there any questions? Iemand steekt zijn vinger op en wil wel graag weten in welk appartement de brand nu precies is ontstaan, want daar is onduidelijkheid over. Hij vraagt: “ Can you please tell us in which apartment did the fire start? “ De brandweerman antwoordt droogjes: “the fire started in one of the apartments”. Frans en ik komen niet meer bij van het lachen. Dat gaat nog even door, want nadat we in het zwartgeblakerde complex de belangrijkse spulletjes uit het apartement hebben gehaald, vertelt de manager dat het complex zeker de eerste week niet beschikbaar is. Zij hebben voor ons een appartement in het Mantra hotel geregeld. De kosten zijn voor hun rekening. Maar zegt hij erbij, alle kamers hebben een minibar en als u daar iets van gebruikt moet u daar wel voor betalen. Any questions? Een oudere vrouw in badjas en met krulspelden in heeft een vraag: “Is there any milk in the minibar?” Antwoord: “Yes there is.” Heb je net een spannende brand achter de rug en dan krijg je een verhandeling over ‘melk’.
En paar uur later kunnen we naar onze tijdelijke hotelsuite en vallen uitgeput in slaap.
Band compleet
De volgende dag voegen Erwin en Paul, na een lange en vermoeiende vlucht, zich bij de band in Perth. Bij de ‘ Lucky Shag’, onze favoriete pub in Perth komen de boys met een stevig biertje weer een beetje bij. De volgende dag hebben ze nog vrij om bij te komen van de jetlag en de stad te bezoeken. Maar vanaf woensdag wordt het menens en is het ‘bandtime’.
Woensdagochtend halen we eerst de bus op bij Avis. Cor is voor deze tour onze driver. Aan het links rijden is hij inmiddels al gewend, aan de breedte van de bus moet hij nog even wennen, maar na een paar stoeprandjes behoort dat probleem ook tot het verleden. Hij heeft geweldige steun aan onze roadie Mark Mark die aangeeft hoe er gereden moet worden.
Vervolgens rijden we naar de ‘Lounge backline’ waar alle gear in flightcases voor ons gereed staan. ’s Middags hebben we een repetitie ingelast zodat we ook de gehuurde apparatuur kunnen uitproberen voordat we de volgende dag vertrekken voor de eerste gig van onze WA-tour. Wederom kunnen we gebruik maken van de gastvrijheid van Bob Patient en zijn studio. Alles klinkt naar het zin, behalve dan de amplifier voor de keyboards, maar Erwin zegt dat hij bij de optredens voor zijn versterking wel de monitor boxen van de PA gebruikt. Zelf zing ik niet, maar mompel wat, om mijn stem te sparen die op breken staat.
Albany
Onze WA tour start in Albany, 440 km verwijderd van Perth. We vertrekken voor alle zekerheid donderdagochtend op tijd, “je weet nooit wat je onderweg tegen komt”. Een typisch Nederlands trekje. Want de highway naar Albany is uitgestorven, files kennen ze hier niet. We rijden heel relaxt over de Albany Highway. De enkele keer dat we een tegenligger zien, zwaait Cor heel charmant met zijn geblokte hoedje. En als zwaar vrachtverkeer de boel dreigt op te houden is er altijd een ‘overtake lane’ nabij waar je veilig kunt inhalen.
Heel ontspannen komen we al vroeg in de middag aan in Albany, een pachig havenstadje aan de Indische Oceaan. De ontvangst in de bluesclub is allemaal heel gezellig en gemoedelijk. Een van de organisatoren die met zijn band in het voorprogramma speelt stelt voor dat we eerst naar ons hotel gaan, dat geeft de geluidsman alle gelegenheid om in alle rust de PA op te bouwen. “Your hotel is just round the corner”. Ik wilde al gaan lopen, maar dat soort uitspraken moet je niet letterlijk nemen. We rijden met de auto zeker 15 minuten, langs prachtige vergezichten die doen denken aan de Great Ocean Road, die prachtige kustroute tussen Melbourne en Adelaide. We komen aan bij het ‘Dolphins Resort’, een prachtig in het groen gelegen complex met schiterrende huisjes. Cor, Frans, Erwin en Mark Mark betrekken een vijfpersoonshuisje inclusief luxe keuken. Paul en ik betrekken een 2 persoonsappartement.
De boys from the band vermaken zich vervolgens aan het strand. Zelf ga ik met mijn vaste begeleiding – thee met heel veel honing- op bed liggen, slaap en hoop dat mijn stem het vanavond zal houden.
Als we terug zijn in de bluesclub voor de soundcheck is bijna iedereen in de club al aan het bier. Mijn verzoek om thee met honing wordt enigszins verward in ontvangst genomen. Blues en bier hoort bij elkaar, daar moet je niet van willen afwijken.
Mijn zang op de monitor boxen wordt extra hard gezet en bij de soundcheck spaar ik mijn stem. We hebben direkt leuk contact met de leden van Mooseknuckle, een lokale band met een aantal prominente muzikanten die veel artiesten in binnen-en buitenland begeleiden. Het valt direkt op dat men hier in Australie graag jamt. De sfeer onder muzikanten is erg hartelijk en totaal niet afgunstig. Men praat, drinkt en speelt graag samen muziek.
De club is goed bezet en Mooseknuckle warmt het publiek goed op.Zelf spelen we 2 sets van een uur. Mijn stem klinkt weliswaar verkouden en ik spaar mijn stem zoveel mogelijk, maar als band zijn we geweldig op dreef en spelen erg lekker. We worden door het publiek ook erg aangemoedigd. Na een sublieme solo van Frans wordt er uit de zaal geroepen: “That’s bloody brilliant man” en wat volgt is een overdonderend applaus.
Na afloop komt het publiek massaal op ons af om ons te complimenteren en de cd schijfjes gaan als warme broodjes over de toonbank. Na afloop blijven we met de eigenaresse van de club en de vrouwelijke bediening lang napraten, nou ja, lang na zuipen. De meiden zuipen zich helemaal klem aan de cola whiskey en ik – met dank aan Erwin die regelmatig voor mij de keuken induikt- nog steeds aan de honing thee. Er wordt een giga schaal met kippenboutjes, brood, worst en saus tevoorschijn getoverd. En onder het gesmak liggen we dubbel van de gore moppen die de meiden ons voorschotelen. Zo hebben we in Nederland nog nooit vrouwen horen spreken. Wisten niet dat dat bestond. Maar het is allemaal waanzinnig gezellig en leuk. En we hoeven geen afscheid te nemen. Want waar we ook spelen, het eindigt altijd met: “ See you at Bridgetown”.
De volgende ochtende laat Erwin zich gelden als een meester kok en maakt voor ons allemaal heerlijke uitsmijters. Voordat we naar Bunbury vertrekken gaan we nog op bezoek naar een scholencomplex, even buiten Albany. De zanger van Mooseknuckle, een zwaar bebaarde en getatoeerde beer van een vent, is daar leraar. Uiterlijke schijn bedriegt, want het is een hartstikke leuke en vriendelijke moordgoser. Hij laat ons het nieuwe scholencomplex zien (onvoorstelbaar ruim opgezet voor Nederlandse begrippen, maar ja, ruimte is ook niet het probleem in Australie). In het muzieklokaal spelen we voor een aantal nieuwsgierige leerlingen een instrumental, “The stumble”. Verder maken we kort kennis met de gepensioneerde broer van Doctors van Leeuwen die in Perth woont maar voor een specifiek project aan de school verbonden is. Vervolgens vertrekken we snel naar Bunbury, 300 kilometer noordwaarts.
Bunbury
Voor Bunbury zijn de verwachtingen hoog gespannen. Er is veel contact geweest met de club en voor de kranten heb ik diverse interviews afgegeven. Maar aangekomen in Bunbury schrikken we ons een hoedje. Bij de bar van het hotel waarin de bluesclub is gevestigd, zien we PA apparatuur staan en een heel klein podium. Daar kunnen we nooit met zijn allen op. Als we de president van de Bunbury Blues Club, Mike Hall, hier op aanspreken moet hij hartelijk lachen. Hij troont ons mee naar de achterzijde van het hotel en daar komen we in een giga grote club met een fantastisch podium en PA.Indrukwekkend. Wist niet dat er zulke grote bluesclubs bestonden.
Maar tijdens de soundcheck hebben we een probleem. Mike is een hartelijke en aardige man, maar tegelijkertijd voel je aan dat je met hem niet moet spotten. Zijn verhalen over zijn ‘biker’vrienden die hem beschemen, versterken dat beeld alleen maar. Gedecideerd meldt hij dat de band prima klinkt, maar dat het allemaal 50% zachter moet. Ons volume is veel te hard voor deze club.De mensen, zegt hij, komen hier voor een gezellige avond en om lekker te dansen.Mij bekruipt een onbehaaglijk gevoel en ik voel dat het niet onze avond wordt.
De club is geheel uitverkocht, maar dat is niet te zien, want er is een giga dansvloer beschikbaar voor het publiek. Wat opvalt, je ziet dat veel in Australie, is dat iedereen keurig aan een tafeltjes zit met een fles wijn of bier uit fles. En men gaat inderdaad dansen Er zijn zelfs stellen (“aangekleed gaat uit”) die alleen komen om te stijldansen. In het voorprogramma speelt “Homebrew”, de huisband. Mike is manager van deze band: “You are gonna love these guys, they are really hot”. Zelf zijn we niet zo onder de indruk, maar wat opvalt is dat ze op een heel zacht volume spelen.
De eerste set passen we ons noodgedwongen aan en spelen we op een (te) zacht volume. Het publiek reageert enthousiast en klapt volop, maar zelf vinden we het helemaal niks. In de pauze komt Mike opgetogen naar ons toe en zegt dat het geweldig is en ‘the audience loves you’. Ik geef aan dat wij op dit volume echt niet tot ons recht komen en dat het zo niet lekker speelt. De bassist van Homebrew hoort dit aan en zegt dat ik het volume gewoon iets moet opkrikken, dat dat best wel kan. Zo gezegd, zo gedaan. De tweede set klinkt gelijk veel beter en hoewel ik zelf nog steeds mijn stem spaar komt de band goed los. Iedereen is nu weg bij de tafeltjes en staat voor het podium te swingen. Het publiek dwingt twee extra toegiften af en uiteindelijk komt het toch nog allemaal goed. Na afloop erg veel leuke reacties van het publiek en het winkeltje dat onze cd’s verkoopt doet goede zaken. (Wat opvalt is dat in alle blues clubs men een aparte merchandising plek heeft, reuzehandig).Mike adviseert ons na afloop niet meer de straat op te gaan (“It’s Friday night and it’s war out there”). Er wordt inderdaad aardig wat afgedronken. We slapen in het hotel waar de bluesclub is gevestigd. Op zich handig, maar het is een oude troep, afwerkkamertjes waar je met moeite met 2 man kan slapen. Paul en ik checken voor alle zekerheid de nooduitgang en zijn verbaasd dat zulke oude zooi door de brandweer is goedgekeurd. Buiten horen we veel geschreeuw en dronkemanspraat. Maar de vermoeidheid slaat toe en ik val in een diepe slaap.
Darlington Art festival
Na een lekker ontbijt in een leuke zaak in de winkelstraat van Bunbury vertrekken we zaterdagochtend naar het Darlington Art festival. Dankzij de nieuwe freeway die er sinds januari dit jaar is van Bunbury naar Perth (een verkiezingsbelofte van de deelstaat regering) is het maar 2 uurtjes rijden . Vorig jaar waren Cathy en ik ook al op dit festival geweest. Het doet erg Engels aan. Je waant je midden in een aflevering van “Midsomer murders”en je vraagt je af wie van al deze vriendelijke mensen straks vermoord wordt. Er is een prima podium met uitstekende PA beschikbaar. Op dat podium gebeurt van alles. Schoolkinderen die muziek maken, overjarige moeders die zonodig moeten buikdansen, blokfluitjes, violen en andere instrumenten die pas klinken na enige vaardigheid.
De band heeft er niet zo veel te zoeken. Dat wist ik eigenlijk al van te voren. Maar onze grote vriend en promotor David Silk wil graag dat we er spelen. Hij heeft ons ook een worst voorgehouden. Hij heeft gemaild met Dave Hole, de wereldbefaamde gitarist die in Darlington woont. En die heeft toegezegd dat hij naar de band zou komen luisteren. Misschien wil hij wel met ons jammen. Als we in de middagzon het podium beklimmen is het akelig leeg voor het podium. Later horen we dat er veel publiek zat in de wijnbar, de enige plek op het festival waar alcohol mag worden genuttigd. En de mensen schijnen erg enthousiast te zijn geweest, alleen hebben wij daar zelf niets van meegekregen omdat de wijnbar buiten het zicht van het podium ligt. Toch staan we lekker relaxt te spelen en zien het als een mooie oefening voor de rest van de toer. No worries! Tot dat David Silk mij in het oor fluistert dat Dave Hole gearriveerd is. Ik zie Dave voor het podium zitten en voel me opeens als een klein jongetje dat auditie moet doen. Gespannen luister ik naar de band en merk dat ik vreselijk mijn best doe om te slagen voor mijn examen. Ik twijfel nog of ik hem op het podium moet uitnodigen, maar omdat we elkaar nog helemaal niet hebben gesproken en ik hem niet in verlegenheid wil brengen, doe ik dat niet. Na afloop van het concert spreken Frans en ik uitgebreid met Dave Hole. Een hele vriendelijke wijze man die op het podium misschien als een beest te keer gaat, maar die heel gezond in het leven staat, de rust zelve is en zelfs enigszins verlegen. Hij was erg onder de indruk van de band (dat meende hij ook echt). Vond het geweldig om die oude Fleetwood Mac invloeden terug te horen. Hij zelf is een grote fan van Peter Green. Hij vond dat Frans met zijn Hamer de ideale gitaar had om de sustain te krijgen voor de ‘ Greeny’ sound. Hij zelf heeft 12 gitaren tot zijn beschikking maar niet om de verzameling. Elke gitaar heeft een eigen functie binnen zijn muziek. Hij vertelde dat hij jarenlang wereldtours had gedaan, maar nu meer tijd en rust voor andere zaken wilde hebben. Hij gaat nu nog 1x per jaar naar Amerika en naar Europa. Als hij zou willen zou hij 365 dagen per jaar in de U.S. in bluesclubs en festivals kunnen optreden. Maar hij wil nu geen langere tours meer dan een maand achter elkaar. Toen ik opmerkte dat onze band in deze wat kille setting met lege stoelen niet zo tot zijn recht kwam, zei hij: “ dat de band prima klonk. Dat je als muzikant altijd let op de kleine nuances, dat die voor jou het verschil maken tussen goed en slecht. Maar voor het publiek geldt dat niet. Die hoort die verschillen niet en objectief gezien zijn de verschillen maar klein. Je kan horen dat de blues bij jullie in het bloed zit. Ik heb echt heel erg genoten. En als jullie in de Perth Blues Club spelen dan hebben jullie vast en zeker een geweldig publiek. Een prima tent en ik weet zeker dat jullie daar veel succes zullen hebben.” Ik overhandig Dave onze live dvd/cd “ Bluestrain to Thalia”. Op die dvd speel ik met ‘Blues of zo’ het nummer “ Nobody hears me crying”, een nummer geschreven door Dave Hole. Cathy legt het momentum fotografisch voor mij vast. Geweldig om hem hier te ontmoeten. Top!
Wordt vervolgd